Stille lenterit in gele tinten
De zon schijnt, de lente lonkt. Dus pak ik in de Stille Week voor Pasen (ook wel de Goede Week of de Heilige Week genaamd) mijn handbike om een toertocht te maken. De keuze van de route in de Handbikeroutes-rubriek van Handbiken.nl is niet moeilijk. De keuze van mijn gezelschap evenmin: vanwege Corona rijd ik solo en kies een route in de buurt. Een Handbikeroute met start en finish in Vianen.
Regenkleren zal ik vandaag niet nodig hebben. Eten en drinken wel, want alles is dicht. Een grote bidon met water, vier sneden bruinbrood met vijgen- en dadelpasta. Vijf koekjes. Als solorijder zal ik pech zelf moeten repareren. Dus in een tweede grote bidon gaan plakspullen, bandafnemers en een sleutelsetje mee. En ik smeer mijn armen, neus en nek goed in met zonnecrème.
Hup - de paden op, de lanen in. Na 12 voorspoedige kilometers ben ik bij het startpunt in Vianen. Vanaf hier is de route makkelijk te vinden, want zij volgt het Merwedekanaal zuidwaarts. Kwestie van het water aan de linkerhand volgen. Druk is het zeker niet op het brede fietspad richting Meerkerk. Soms een visser, af en toe twee wandelaars of fietsers. We omzeilen elkaar vakkundig.
Oer-Hollands lintdorp
In een groots en geel decor van bloeiend koolzaad, paardenbloem en dotter trap ik fluitend voort. Wat is het hier heerlijk! En hoe soepel zoeft de ketting over de tandwielen. Bij de Zwaanskuikenbrug sla ik linksaf naar het lintdorp Hei en Boeicop. Wat is dit een oer-Hollands cliché! Oude boerderijtjes met keurige voortuintjes. Christelijk gerokte meisjes die hinkelen, een fietsende boer in donkerblauwe overall. Links ligt een enorme stapel griendhout – om zinkstukken van te maken. Het enige café is natuurlijk gesloten.
Verder gaat het over een kaarsrecht fietspad met hoge populieren. Tot een feeëriek knooppunt van sloten en paden. Geknotte wilgen, frisgroene struiken. Een stille vaart. Bij het bankje zitten twee mannen te vissen – daar mag ik helaas niet bij gaan zitten om wat te eten. Dan maar verderop, bij de volgende kruising in het gehucht Middelkoop. Hier nodigen lege bankjes onder bomen wel uit tot pauze.
‘Aaa’ zegt de roek
Ik blijk onder de nesten van een roekenkolonie te zitten. Die vogels tonen geen respect voor de landelijke stilte. De ene roek krast constant ‘Aaa’, de andere krijst stug ‘Aaa’ terug. Enzovoort, enzovoort. Maar goed, ik rust toch een kwartiertje uit en nuttig mijn koolhydraten. Omdat ik op tijd thuis moet zijn, kort ik de route in. Zo bewaar ik de lange lus langs Leerdam voor een andere keer.
Van bocht naar bocht
Met 20 kilometer op de teller brengt mijn Top End Force K me terug naar het Merwedekanaal en zetten we samen koers noordwaarts, naar Vianen. De pittige tegenwind maakt het nu zwaarder dan op de heenweg, zeker in deze kale polders van Vijfheerenlanden. Mijn vaart zakt naar 16 per uur en ik voel vermoeidheid in mijn armen. Tsja, terwijl de geest in lentesfeer is, lijdt het lijf. Gelukkig dateert dit kanaal uit de 19e eeuw, toen ze nieuwe vaarwegen nog wat lieten slingeren langs hoogtelijnen. Ik duw verder van bocht naar bocht - het lijkt de Battle wel. Uiteindelijk beland ik tussen de beschuttende bebouwing van Vianen.
M’n sporthortloge meldt dat ik, inclusief het aan- en afrijden tot huis, zo’n slordige 51 kilometer op armkracht heb afgelegd. Gemiddeld reed ik, inclusief de pauze, 12,5 km per uur met een gemiddelde hartslag van 102 per minuut. Prima cijfers voor een rustige toertocht in coronasferen. Tijdens de hele rit van vier uur heb ik geen cent kunnen uitgeven. Na de douche knap ik thuis, moe maar voldaan, niet af maar een uiltje.