Onderzoek naar handbikeclassificatie

Tijdritprestatie van handbikers in verschillende klasses

Tijdritprestatie van handbikers in verschillende klasses

Sinds april 2018 doet Rafael Muchaxo onderzoek naar handbikeclassificatie. De afgelopen jaren hebben in het teken gestaan van het uitvoeren van metingen met handbikers tijdens internationale wedstrijden. De analyse van deze resultaten is in volle gang. Ondertussen heeft Rafael zicht verdiept in de tijdritprestatie van handbikers op internationale wedstrijden.


Achtergrond

De classificatie voor handbikers in 5 klasses is gebaseerd op in welke mate een beperking de handbikepresatie beinvloedt. Voor de indeling van de klasses is op dit moment maar erg weinig wetenschappelijk bewijs. Een manier om een idee te krijgen van de rechtmatigheid van deze indelig, is om te bestuderen of handbikers die in verschillende klasses rijden verschillend presteren. Er is echter tot dusverre nog niet systematisch bestudeerd of de prestatie van handbikers ingedeeld in verschillende klasses ook daadwerkelijk verschilt.


Tijdritresultaten

De UCI publiceert van alle internationale competities, alle tijdrituitslagen online. Rafael heeft in zijn studie deze tijdrituitslagen, meer specifiek de gemiddelde snelheid waarmee gereden werd, van handbikers in verschillende klasses vergeleken. Hiervoor is gekeken naar alle internationale competities tussen 2014 en 2018 georganiseerd door de UCI. In totaal waren dit 1807 tijdritresultaten van 353 handbikers, en bij deze vergelijking werden geslacht, leeftijd, en de afstand gereden in acht genomen.



In deze figuur staan de data van alle wedstrijden per klasse weergegeven. Op de x-as staan de 5 handbikeklassen, op de y-as staat de gemiddelde snelheid tijdens de tijdrit. De mannen (male) en vrouwen (female) worden aangeduid met verschillende figuurtjes. De gemiddelde snelheid en de spreiding daaromheen staan per klasse weergegeven naast de ruwe data. 


Data van 1807 tijdritten staan weergegeven, waarvan 142 van H1 handbikers, 239 van H2, 635 van H3, 531 van H4 en 260 van H5. 


Onderzoeksresultaten

Resultaten laten zien dat de gemiddelde snelheid tussen aangrenzende klasses significant verschillend van elkaar was voor alle klasses behalve tussen H4 en H5. H5 handbikers racen in en kniezit terwijl H4 handbikers in een ligger fietsen. In vergelijking met liggers, kunnen kniezitters door deze positie ook de rompspieren actief benutten om vermogen te leveren voor het handbiken. Aan de andere kant hebben liggers door hun positie dichtbij de grond een aerodynamisch voordeel. Deze twee factoren lijken dus tegen elkaar op te wegen. Afhankelijk van het parcours, of dit bijvoorbeeld heuvelachtig is en veel bochten heeft en de inzet van rompfunctie een verschil kan maken, of dat dit vlak en recht is waarbij aerodynamica het verschil kan maken, zal dus de H4 of de H5 sneller zijn.  


Een andere belangrijke bevinding van dit onderzoek was dat alhoewel er een verschil in tijdritsnelheid werd gevonden tussen H3 en H4, dat dit verschil in gemiddelde snelheid tussen deze klasses slechts 1.66 km/h was. Het voornaamste verschil in lichamelijke beperking tussen atleten in de H3 en de H4 is de rompfunctie, waarbij handbikers in de H4 meer rompfunctie hebben dan handbikers in de H3. Dit zou dus kunnen suggereren dat de rompspieren slechts een beperkte invloed hebben op de handbikeprestatie in de liggende positie. Of dit zo is, is echter nog nooit eerder onderzocht. Als vervolg op dit onderzoek zal Rafael daarom de invloed van rompfunctie op de handbikeprestatie verder bestuderen.


Rafael Muchaxo

Oorspronkelijke titel en auteurs:

Do Handcycling Time-Trial Velocities Achieved by Para-Cycling Athletes Vary Across Handcycling Classes?

Rafael Muchaxo, Sonja de Groot, Lucas van der Woude, Thomas Janssen, Carla Nooijen

28-10-2020
Wil je regelmatig interessant handbike­nieuws ontvangen?
Laat dan hier je gegevens achter en ontvang regelmatig de Handbiken.nl Nieuwsbrief!
Overig nieuws