‘Jennette, Tim en Jetze zijn onze supertoppers voor de Spelen’
Eindelijk. In mei is het zover. Dan beginnen de wedstrijden voor de handbiketoppers. Met als rode stip aan de horizon de Paralympische Spelen in Japan, begin september. Hoog tijd dus voor een gesprek met bondscoach Eelke van der Wal (rechts op de foto met Tim de Vries) over zijn Road to Tokyo.
‘Alles staat dit seizoen in het teken van de Spelen. Het hele programma is erop gericht om daar optimaal aan de start te staan. Eigenlijk is al het andere ondergeschikt aan dat ene doel’, begint Eelke. ‘En dat geldt, wat het handbiken betreft, met name voor onze toppers Jennette Jansen (WH4), Tim de Vries (MH5) en Jetze Plat (MH4). Die zijn alle drie in hun klasse regerend wereldkampioen in de wegwedstrijd én Jetze en Jennette ook in de tijdrit. Hun namen stonden vorig jaar al op mijn short list. Zij gaan, normaal gesproken, zeker naar Tokio. Daarnaast maakt Chantal Haenen een goede kans op een speciale uitnodiging door de UCI, omdat ze rijdt in een kleine klasse, de WH5. Er moeten namelijk minstens zes sporters uit vier landen starten om een wedstrijd door te kunnen laten gaan. Hopelijk kan Chantal daarvan profiteren.’
Laatste kans: WK Portugal
Voor de andere renners is een reis naar de Spelen erg onzeker maar niet onmogelijk, legt de bondscoach uit. We hebben het dan over Mitch Valize, Johan Reekers (beiden MH5) en Mark Mekenkamp, Sidney Bito en Mischa Hielkema (allen MH3). Voor hen komt het erop aan om zich te onderscheiden op het Wereldkampioenschap, begin juni in Portugal. Maar de lat ligt hoog. Eelke: ‘Daar moet je echt een uitzonderlijke prestatie leveren, wil je een kans maken op Tokio. De deur staat nog op een kiertje. We hanteren als Nederlands Para-cyclingteam een selectiesysteem met een interne ranking. Daarop staan ook tandem-en cyclingrenners. In Portugal moet je het, in dit geval, als handbiker beter doen dan bijvoorbeeld cyclingrenner Martin van de Pol (MC5) en minstens een zilveren medaille halen.’
Parkoersen Tokio al verkend
Na het WK op het autocircuit bij Cascais (Portugal) zal definitief duidelijk zijn wie zich kan gaan voorbereiden op Tokio. In de resterende tweeënhalve maand doen zij vervolgens ieder hun eigen ding, samen met hun trainer. Zeven dagen voor hun wedstrijd in Tokio reizen ze af. ‘Die termijn is voldoende om aan het tijdverschil te wennen. Zeker als je tijdens trainingsstages je bioritme al hebt aangepast aan het dagprogramma van Tokio. Gelukkig hebben we vorig jaar met de short list de bergachtige parkoersen al verkend. We weten dat de tijdrit en de wegwedstrijd allebei ontzettend zwaar zullen zijn. De tijdrit kent korte en steile klimmetjes, zoals in Zuid-Limburg. De wegwedstrijd heeft een parkoers met langere klimmen, zoals in de Ardennen.’
Sobere Spelen
Deze Spelen zullen vanwege corona ongekend sober zijn. Volgens Eelke, die Londen 2012 en Rio 2016 meemaakte, is de jeu er dit keer helemaal uit. Na hun wedstrijden reizen de Tokio-gangers meteen terug naar huis. NOC*NSF denkt al hard na over een extra grote huldiging in Nederland. Maar dat is nu van later zorg.
PS.
Wie niet naar Tokio mag, kan zich dit seizoen uitleven in een hele serie C1-wedstrijden in Europa. En in de Nationale Handbike Competitie natuurlijk. Kijk maar op de kalender. Dat geldt voor de toppers die net niet geselecteerd zijn, voor de talenten en voor alle andere handbikers met een startlicentie of een wedstrijdlicentie van de KNWU.