Eelke van der Wal - aanjager van para-cycling op topniveau
Para-cycling bondscoach Eelke van der Wal nam op 1 oktober afscheid van de KNWU. Twaalf jaar was de geboren Fries en ex-wielerprof opvallend succesvol als bondscoach. Onder zijn leiding behaalden Nederlandse tandemmers, cycling-renners en handbikers heel veel medailles op weg en baan. Hoe kijkt Eelke terug op deze uitzonderlijke carrière?
Als ik hem die vraag stel blijft het even stil aan de andere kant van de tafel. Alsof Eelke zijn gedachten terugspoelt naar 2009, toen hij na de Spelen van Beijing begon als bondscoach. ‘Er was toen niets om op voort te bouwen. Ik moest helemaal bij nul starten. Het werd een race tegen de klok om in Londen 2012 al te kunnen scoren.’
Geld van de Rabobank
De nieuwe bondscoach bezocht eerst persoonlijk de paralympische kandidaten om zich te vergewissen van hun inzet en medewerking. Dat hij thuis langs kwam heeft menigeen destijds gecharmeerd. Zo smeedde Eelke een groep sporters die ervoor wilde gaan. Tegelijk spande hij zich in om in de samenleving meer bekendheid te geven aan wat toen nog aangepast wielrennen heette. Hij tuigde met geld van de Rabobank een kleine vrachtwagen op met daarin handbikes, tandems, racefietsen en trikes. Op de zijkant prijkte een grote foto van handbikester Laura de Vaan. Vrijwilligers trokken het land in om clinics te geven bij revalidatiecentra, blindeninstituten en wielerverenigingen. Para-cycling moest in contact komen met potentiële talenten. Vond Eelke.
Tijdritten op de Deelenseweg
‘Ik wilde een stevige basis leggen. We hadden acuut sporters nodig die de volgende jaren konden doorgroeien naar de Spelen van Rio 2016 en Tokio 2020. Op talentdagen van NOC*NSF heb ik talloze belangstellenden getest op hun fysieke mogelijkheden voor tandemmen, wielrennen of handbiken. Ook heb ik via-via heel wat kandidaten uitgenodigd om eens mee te doen met onze testtijdritten op de Deelenseweg. Zo kon ik hun progressie meten. Uiteindelijk houd je dan een groep sporters over in wie je gericht kunt investeren voor de toekomst.’
‘Ik heb jarenlang roofbouw gepleegd op mijn conditie, ook mentaal. Gelukkig ben ik daar weer sterk uit gekomen.’
Werken met toppers
Terugkijkend constateert Eelke dat para-cycling in Nederland sinds 2009 enorme stappen heeft gezet. Het niveau, het materiaal, de trainingsfaciliteiten, de professionaliteit van de toppers. ‘Alles is met sprongen gegroeid. Het Nederlandse para-cycling staat nu bovenaan in de medaille-ranking van de Paralympische Spelen. In Nederland ben ik verantwoordelijk geweest voor de topsporters. Daar zie ik gedreven mensen met talent en discipline. Ik heb mogen werken met bijvoorbeeld Tristan Bangma en Vincent ter Schure op de tandem. Met Jetze Plat, Tim de Vries, met Alyda Norbruis en Jennette Jansen, met Daniel Abraham Gebru en Larissa Klaassen. Maar eigenlijk hebben we para-cycling met ons allen tot bloei gebracht. Ik denk ook aan de prachtige rol van de HandbikeBattle, die een kweekvijver is van breedtesporters en talenten.’
‘Mensen vinden mij teveel een resultaatcoach. Met een eenzijdige focus op gouden medailles. Onzin. Voor mij zijn al die medailles dierbare herinneringen aan het traject dat ik met al die sporters heb doorlopen.’
Puike structuur
Para-cycling is nu binnen de KNWU het best gestructureerd van alle disciplines, stelt Eelke. ‘We hebben een bondscoach, een assistent-bondscoach, talentcoach, fysio, krachttrainer en een embedded scientist. En dat hebben we allemaal zelf verdiend. Die structuur is er voor de toppers. Maar nog niet voor de breedtesport. Ik maak me zorgen over het volume van para-cycling. Er druppelen maar weinig nieuwe renners door. Het blijft een kleine sport, vooral tandem en cycling. De omvang van het Nederlandse handbikepeloton valt nog mee, maar verder is het mager.’
‘Na Tokio is mijn contract bij de KNWU beëindigd. We hebben nog besproken of ik een andere functie kon krijgen. Daarover zijn we het helaas niet eens geworden. Binnenkort ga ik met mijn gezin drie maanden rondtrekken in Latijns-Amerika. Daarna richt ik mijn focus op iets anders.’
Eelke’s testament
Als Eelke na twaalf jaar een sportief testament zou mogen opstellen dan gaat dat over de uitstraling van de paralympische topsport naar de samenleving. Die glans is na Tokio magnifiek. Maar ze zal gauw dof worden als er niet meer in de paralympische breedtesport wordt geïnvesteerd. ‘Voor de topsport heeft Nederland de ambitie om bij de top-tien van de wereld te horen. Daar worden miljoenen voor uitgetrokken. En dat werkt ook. Maar in de samenleving lukt het nog niet. Misschien moet er wel geld uit de pot voor topsport worden geïnvesteerd in massale sportbeoefening door mensen met een beperking. Want sporten is gezond. Je leert doorzetten, samen doen. Sport brengt je verder. Ik vind dat chef de mission Esther Vergeer en Ralf van der Rijst van NOC*NSF zich voor deze maatschappelijke investering hard moeten maken. Voor alle takken van sport. Nú is het moment.’