Een leven lang sporten
Paralympisch pionier Johan Reekers zet op 30 juni 2024 een punt achter zijn lange topsportcarrière. ‘Ik heb als zitvolleyballer, rolstoelbasketballer, atleet, wheeler en handbiker een mooi leven gehad. Met negen Paralympische deelnames en vier para-medailles aan de muur.’
Zo te zien is Johan Reekers een rustige man. Maar vergis je niet, in zijn binnenste brandt al bijna vijf decennia Paralympisch vuur. Op 66-jarige leeftijd traint Johan nog steeds en rijdt hij handbikewedstrijden. En dat vergt veel tijd en energie. Waar haalt hij die enorme inzet toch vandaan? Uit zijn jeugd, zo blijkt.
‘Ik ben in 1957 geboren. Zonder benen’, begint Johan zijn levensverhaal. ‘Op de mytylschool heb ik leren lopen met beenprothesen. Die waren destijds van hout, ontzettend zwaar. Elke twee jaar kreeg ik nieuwe benen op de groei. Omdat ik anders dan andere kinderen was, ben ik gepest. Dat is niet makkelijk voor me geweest. Maar als kind hield ik ontzettend van ballen. Met Sinterklaas kreeg ik steevast een nieuwe bal. Ik kon daar alles mee. Dan was ik gelukkig. Als tiener heeft mevrouw Jansen van revalidatiecentrum Het Roessingh me naar gehandicaptensportclub De Tubanten gestuurd. Ik ging zitvolleyballen. Op mijn 14e zat ik al in het eerste team. En op mijn 17e in het nationale team. Ik had duidelijk aanleg voor sporten. Ik weet zeker dat de sport me ontzettend heeft geholpen om te zijn wie ik ben. Ik heb al vroeg leren ondernemen, want het komt niet vanzelf naar je toe. Die leerschool heeft zich vertaald in mijn grote inzet als sporter. Soms ben ik ook te fanatiek geweest. Dat realiseerde ik me later, toen mijn huwelijk na 17 jaar stukliep - onder meer door mijn obsessieve keuze voor de sport.’
Prachtig palmares
In 1976 deed Johan als 18-jarige mee aan zijn eerste Paralympische Spelen - in Toronto. Met technische atletieknummers: kogelstoten, speer- en discuswerpen. Van 1977 tot 2000 was hij bijzonder succesvol als zitvolleyballer. Samen met het Nederlandse team kwam hij thuis uit achtereenvolgens Arnhem, New York en Barcelona. Om zijn nek hingen in totaal twee gouden en een zilveren Paralympische medaille. Terugkijkend vindt Johan zijn tijd als zitvolleyballer het mooiste. ‘Ja, want ik ben altijd ontzettend goed geweest met de bal. Ik had snelheid, spelinzicht en was tactisch de beste. In 1996 in Atlanta ben ik benoemd tot zitvolleyballegende. Daar ben ik nog steeds trots op, maar na 1998 was ik helemaal klaar met die sport.’
Wheelen
Intussen had Johan begin jaren ’80 al een uitstapje gemaakt naar het wheelen, een atletiekonderdeel. Zo won hij in 1983 de klassieke, meerdaagse Bloemenmarathon van Aken naar Oegstgeest. Het was zijn eerste huzarenstukje op een fiets. Er zouden er nog veel meer volgen, want in 2002 stapte Johan definitief over naar het handbiken - toen een nieuwe tak van sport. ‘Op de Spelen van Athene (2004) werd ik meteen derde en behaalde de eerste Paralympische handbikemedaille ooit voor Nederland. We finishten heel close, dus ik had daar ook kunnen winnen.’
Professioneel handbiker
Een sportcarrière kan grillig verlopen. Na zijn succes in Athene wilde Johan in 2008 naar de Spelen in Beijing. Hij was immers de beste Nederlandse handbiker? Maar nee, de toenmalige bondscoach koos een andere atleet, Don van der Linden. Die stelde teleur, maar Johan zat te balen in Haaksbergen. Daar kreeg hij in 2009 bezoek van de nieuwe bondscoach Eelke van der Wal. Of Johan in de selectie wilde voor Londen? ‘Dat wilde ik graag, maar ik moest van Eelke dan wel met mijn werk als DTP’er stoppen. Ik kreeg er een A-status met toelage van NOC*NSF voor in de plaats. Ineens was ik Professioneel Handbiker!’
Superknecht
Intussen waren er jongere en sterkere concullega’s opgedoken in Johans handbikeklasse Mannen H5: Jetze Plat, Tim de Vries, Mitch Valize en vooral de Italiaanse vedette Alessandro Zanardi. Johan paste zijn rijstijl aan. Hij ging in internationale wedstrijden knechten voor zijn landgenoten. Met drie Nederlanders in de H5-klasse hadden zij vaak een getalsmatig overwicht. Zo kon Johan zijn tactische gaven uitspelen door zelf te demarreren of gaten voor zijn landgenoten dicht te rijden. Een nieuwe rol, die hij in Londen, Rio en bij WK’s en Wereldbekers met verve speelde. Zo finishte hij op het WK in Zuid-Afrika (2017) als derde achter de nieuwe kampioen Tim de Vries en de ‘onverslaanbare’ Alessandro Zanardi. Op het WK in Emmen (2019) reed hij (zie bovenste foto) het laatste gat dicht voor Tim - die opnieuw won - terwijl Johan zichzelf beloonde met een vierde plaats. Wie alle sportieve hoogtepunten op een rijtje wil zien kan Johans website raadplegen op https://www.johanreekers.nl/prestaties. Na negen Paralympics bleef in 2021 de deur naar Tokio gesloten. In 2023 veranderde de sportieve status van Johan van top- naar selectiestatus. Hij kan dit jaar nog starten in twee Wereldbekerwedstrijden. Daarna gaat ook die deur dicht. Op 30 juni neemt hij met een grootse reünie afscheid als topsporter.
Erfenis
‘Het mooie van handbiken is dat je van huis uit kunt trainen. Ik heb eindeloos rondgereden over de mooiste wegen in Oost-Nederland. Ik trainde vaak mee met de Haaksbergse wielerclub HTFC, maar dan wel met de snelste groep. Voor trainingskampen ben ik vaak naar het Canarische eiland Lanzarote gegaan. In februari 2024 train ik weer op Mallorca. Prachtig! In Twente ben ik een bekende Tukker. Ik geef via het Fonds Gehandicaptensport ook heel veel clinics op het basis- en middelbaar onderwijs. Dan laat ik valide leerlingen ervaren hoe het is om met een handicap te rolstoelbasketballen. Die clinics zie ik als mijn erfenis naar de regio en de gehandicaptensport. In de ogen van veel Twenten doe ik in mijn leven iets unieks. In Duitsland zou ik daar al lang een standbeeld voor hebben gekregen....’
Topsport: geen vetpot
Na zijn afscheid gaat Johan Reekers met sportief pensioen. Niet lang daarna krijgt hij zijn eerste AOW. Dat roept de vraag op hoe hij in zijn leven de eindjes aan elkaar heeft geknoopt. Johan rekent voor: ‘Tot 2011 heb ik gewerkt als DTP’er. Toen verdiende ik normaal en betaalde ook pensioenpremie. Sinds 2011 ben ik topsporter met een stipendium van NOC*NSF. Dat bracht bijvoorbeeld in juni 2023 zo’n € 2200,- in het laatje, inclusief vakantiegeld. Genoeg om van te leven. Maar let op: dit was zonder pensioenkosten. Dat betekent voor mij onder meer dat ik dertien jaar lang geen pensioen heb opgebouwd. Met veel andere topsporters vind ik dat een groot gemis. Als Paralympisch sporter kwam ik in aanmerking voor een leaseauto; inclusief onderhoud en verzekering kostte me dat € 200 per maand.’
Als bekende Twent heeft Johan trouwe individuele sponsors achter zich, met Tonzon als blikvanger. Toen hij enkele jaren geleden een nieuwe handbike van heel duur carbon nodig had, hebben privésponsors hem daarbij geholpen. Zo ook bij de jaarlijkse trainingskampen van een maand op Lanzarote of Mallorca, die hij zelf moest betalen, net als de reis- en verblijfskosten naar Wereldbekerwedstrijden op alle continenten. Kosten rond het Wereldkampioenschap en de Paralympische Spelen werden door NOC*NSF en wielerbond KNWU betaald. Door al die uitgaven voor zijn sport heeft Johan geen kapitaal kunnen opbouwen voor zijn nieuwe levensfase als gepensioneerde. ‘Kortom”, zegt Johan, ‘het was geen vetpot, maar ik heb een mooi leven gehad.’
- Tekst: Rogier Wiercx/Handbiken.nl
- Openingsfoto: Bert Willems